TOP

De klimaatimpact van de cultuursector

Dit artikel was oorspronkelijk gepubliceerd binnen Boekman #133: Onderzoek en data en is hier te vinden.

De opgave is helder, de tijd dringt, de route nog mistig.

Wat is de klimaatimpact van de cultuursector als geheel? Het is welhaast een van de meest urgente vragen onder het toekomstig cultuurbeleid. Maar ook een vraag die moeilijk te beantwoorden is.

Is een reeks concerten op een splinternieuw duurzaam podium, zoals in Londen gebouwd voor de concerten van de Abba-tars, hologrammen van Agnetha, Björn, Benny en AnniFrid (Parkes 2022), duurzamer dan een reguliere tour van zangeres Froukje langs verschillende, minder duurzame podia? De hal in Londen, gebouwd van staal en hout, kan gedemonteerd en hergebruikt worden op een andere locatie waar ook ter wereld. Is een bezoek aan het Rijksmuseum, dat zich wil ontwikkelen tot een van de meest duurzame musea ter wereld (1), klimaatvriendelijker dan een bezoek aan een klein lokaal museum, waar duurzaamheid op een minder hoog plan staat?

Onderschatting

Met de bloedhete Europese zomer en de verzengende bosbranden op het verdrogende continent nog op het netvlies, startte het culturele jaar in september met de energiecrisis. De cultuursector verenigde zich rondom de klassieke lobby om meer geld, nu ook met de roep om verduurzaming (Zoet 2022). Uit onderzoek van de Boekmanstichting en Bureau 8080 (Schrijen et al. 2022) blijkt dat er eind 2022 nog onvoldoende inzicht is in de klimaatimpact van de cultuursector. Dat beeld wordt versterkt na het lezen van het Where to land rapport van Chloe Sustainability, een organisatie voor duurzaamheid en cultuurmanagement: ‘The late awakening of the sector may be due to a number of reasons, eventually linked to misconceptions regarding its potential environmental impact and barriers affecting implementation’ (Calvano et al. 2022, 17). Ook studies van Creative Carbon Scotland (2022), een organisatie die zich bezighoudt met de rol van kunst en cultuur bij verduurzaming en het Shift Project (Valensi et al. 2021), een internationale denktank die zich inzet voor een koolstofvrije economie, onderstrepen de onderschatting van de klimaatimpact door de sector. Bevindingen en casestudy’s in het Shift Project laten zien dat er mogelijk 80 procent CO2 -uitstoot gereduceerd moet worden vóór 2030. Hoe kan de klimaatimpact van de cultuursector wél goed in beeld gebracht worden? Hoe is die te meten en onderling te vergelijken? Om vervolgens aan de hand van cijfers te kunnen werken naar een toekomstige cultuursector met een klimaatpositieve footprint.

Klimaatdoelen

De kaders zijn duidelijk. Zo staat in het huidige coalitieakkoord: ‘Om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn, scherpen we het doel voor 2030 in de Klimaatwet aan tot ten minste 55% CO2 reductie. (…) Om dit doel ook zeker te halen, spreken we af om ons in het beleid te richten op een hogere opgave, wat neerkomt op circa 60% in 2030’ (VVD et al. 2021, 10).

In Nederland, in Europa en wereldwijd is de standaard meeteenheid, waar het gaat om klimaatimpact, CO2 . Er is dus geen reden om daarvan af te wijken en als sector zelf een andere meetstandaard te introduceren. De opgave voor de cultuursector is dus helder, en immens. De tijd om de doelen te halen is echter kort. Op 6 oktober 2022 schrijft de Raad voor Cultuur dat ze een nieuwe adviescommissie in het leven heeft geroepen die zich richt op vragen als ‘Wat staat de sector nog te doen als het gaat om verduurzaming? Hoe verhoudt verduurzaming zich tot andere uitdagingen?’(2) Het eerste advies van de Raad rondom duurzaamheid wordt medio 2023 verwacht. Dan is het nog ruim zes jaar voordat het 2030 is. Hoe meten we de klimaatimpact van de kunst- en cultuursector? Er zijn de afgelopen jaren diverse certificeringsmethodes en online tools ontwikkeld om klimaatimpact inzichtelijk te maken (Bokhorst 2021). Ze zijn helaas ongeschikt om de CO2 -impact te meten en te vergelijken. De klimaatimpact van de sector is nog niet inzichtelijk. Dit is niet alleen een Nederlands vraagstuk. Op de conferentie van Creative Europe in Straatsburg (oktober 2022) (3) leidden de belangrijkste discussies terug naar dezelfde constatering. Het Greenhouse Gas Protocol (4), wereldwijd het meest gebruikte protocol om de uitstoot van broeikasgassen te berekenen, lijkt het meest geschikt.

Berekenen van de CO2-footprint

Om de CO2 -footprint van een organisatie, productie, tentoonstelling of concert te berekenen is het belangrijk de scope (diepte) te bepalen. Het Greenhouse Gas Protocol hanteert drie scopes om de grenzen van de uitstoot vast te stellen:

  • Scope 1: directe CO2-uitstoot, veroorzaakt door eigen bronnen binnen de organisatie. Denk hierbij aan gebouw-, vervoer- en productiegerelateerde activiteiten (bijvoorbeeld gasverbruik, een dieselaggregaat, eigen voertuigen op fossiele brandstoffen, et cetera).
  • Scope 2: indirecte uitstoot van CO2 door opwekking van zelf gekochte en verbruikte elektriciteit of warmte. De opwekking van deze energie vindt buiten de organisatie plaats, maar wordt in de eigen organisatie gebruikt (denk aan elektriciteit, stadswarmte, et cetera).
  • Scope 3: emissies die ontstaan als gevolg van de activiteiten van de organisatie, maar die voortkomen uit bronnen die geen eigendom van de organisatie zijn en ook niet beheerd worden door de organisatie. Denk hierbij aan uitstoot die vrijkomt doordat je materialen of producten inkoopt of de emissies door (onderdelen van) je afvalen recyclingplan.

De eerste twee scopes omvatten grofweg al het energieverbruik van een organisatie. Met name de derde scope is voor de cultuursector zeer relevant. Voorbeeld: een klein productiehuis, waar bijvoorbeeld zes mensen in een klein kantoor werken, kan een kleine footprint hebben op basis van scope 1 en 2. Maar als dat productiehuis grote theaterproducties over de wereld laat touren is de klimaatimpact veel groter. Keuzes om uitstoot te reduceren moeten dan vooral gemaakt worden in de derde scope. In het voorbeeld van het productiehuis met de wereldwijd reizende locatieproductie valt daar de uitstoot onder die vrijkomt door het maken van decors (materialen/grondstoffen), het ingehuurde vervoer daarvan en van de cast en crew, het vervaardigen van drukwerk en het afval dat ontstaat op locatie. Maar daar houdt het niet op. Ook de emissies van bezoekers tellen mee. Publiek dat vanuit heel Europa naar Londen vliegt om een bezoek te brengen aan de duurzame ABBA Arena is dan weer bij uitstek vervuilend. Een Froukje-fan die met de trein (uitstootvrij) naar een van haar concerten op een niet zo duurzaam oud poppodium reist, heeft een kleinere footprint dan de ABBAbezoeker uit Zweden die ook omwille van deze concertreeks een weekendje Londen plant. En is het bezoek aan het lokale museum, door een bezoeker op de fiets, met boterham met (vegan) kaas in de broodtrommel, meer vervuilend dan het bezoek aan het ‘duurzame’ Rijksmuseum waar bussen voor de ingang honderden toeristen uitspugen? Het besteden van cultuurbudget (door bezoekers of overheden) laat zich minder makkelijk meten dan bijvoorbeeld het kopen van een product met een energielabel. Toch moet de sector naar een systematiek waarin het inzichtelijk wordt of cultuurbezoek of -uitoefening de klimaatcrisis verergert of juist niet. Het Greenhouse Gas Protocol is daarvoor een stevige basis. Het maakt klimaatimpact van de cultuursector als geheel en organisaties afzonderlijk meetbaar, te monitoren en vergelijkbaar met andere (maatschappelijke) sectoren en organisaties.

Starten met meten

Ondertussen tikt de tijd door. De klimaatcrisis wacht niet en heeft in vele verschijningsvormen (nu is het de energiecrisis) impact op het functioneren van het culturele bestel. Wachten tot wie het initiatief neemt mag niet betekenen dat er nu niets gebeurt. Iedere organisatie kan morgen beginnen met het in kaart brengen van ten minste de scope 1 en 2 emissies. Uitstoot inzichtelijk maken (intern) en misschien zelfs publiceren op de website of in het jaarverslag zorgt voor een hogere mate van bewustwording en bevordert duurzame keuzes. Het ontwerpen van de exacte meetmethode is een forse opgave en kost naast tijd ook geld. Er moet ook expertise samengebracht worden door mensen werkzaam binnen en buiten de sector. Emissies die in scope 3 vallen, vermoedelijk veel van het totaal van de sector, moeten worden gedefinieerd, waarna de meetmethode toegankelijk en werkbaar gemaakt moet worden.

Vergroten klimaatkennis

Bovenop de Klimaatwet (Wiebes et al. 2019) is het nieuwe kabinetsdoel de minimale lat waaraan de sector moet voldoen. Bestuur en management van culturele organisaties moeten beleid formuleren binnen dit kabinetsdoel, de context van hun eigen organisatie en misschien wel ambitieuzere gemeentelijke klimaatdoelen. Dan is het in een (culturele) organisatie altijd complex om het duurzaamheidsbeleid in alle lagen van de bedrijfsvoering te implementeren. Als de sector kiest voor verslaglegging en meten op basis van het Greenhouse Gas Protocol dienen daartoe medewerkers te worden opgeleid zodat kennis wordt ontwikkeld om de uitstoot van een organisatie ook daadwerkelijk naar beneden te brengen. Dit vraagt om een ambitieus klimaatkennisprogramma in de cultuursector.

Beleidsmakers in Den Haag (en lokaal) moeten een stevige visie op de rol van het klimaat in cultuurbeleid ontwikkelen. Met als centrale vraag: hoe gaan we als sector de gestelde klimaatdoelen halen? Een herziene rol van het rijksbeleid, in de in Nederland complexe inrichting van het bestel, is vereist. Een stevige paraplu kan voorkomen dat er een ratjetoe aan beleid en instrumenten ontstaat en dat de sector per deelcrisis strompelend door de komende transitiejaren gaat.

Verbeelding, de kracht van cultuur

De klimaatimpact van de sector moet weliswaar beter meetbaar en aangepakt worden, de kracht van cultuur manifesteert zich ook op een ander duurzaam vlak. Denk maar aan het effect van een overrompelende expositie in een prachtig museum, of het veranderde inzicht na een confronterende theatervoorstelling. Kunst en cultuur spelen een belangrijke rol in de klimaatcrisis, van bewustwording tot de verbeelding van het onmogelijke en van het creëren van maatschappelijke urgentie tot de ontwerpen die de wereld redden. Het is de unieke kracht van de sector in de gezamenlijke strijd tegen het opwarmende klimaat. Het meten van klimaatimpact alleen al is een opgave, maar als de sector aansluit op een wereldwijd gebruikt protocol wordt de klimaatimpact inzichtelijk. Daarnaast wordt het vergelijkbaar met andere (maatschappelijke) sectoren. Het in kaart brengen van scope 1 en 2 emissies kan betrekkelijk eenvoudig worden gestart. Openheid daarin zorgt voor inzicht in de huidige stand van zaken en geeft houvast bij het ontwikkelen van de routekaart naar een klimaatpositieve cultuursector. De kracht van verbeelding kan de sector enkel en alleen optimaal inzetten als de blik niet alleen op anderen gericht is. Een kritische blik op de eigen klimaatimpact is vereist om geloofwaardig dat krachtige wapen te kunnen hanteren.

Literatuur

Bokhorst, J.W. van (2021) ‘Duurzaamheid in de cultuursector: van mogelijkheid naar noodzakelijkheid’. In: Boekman, jrg. 33, nr. 127, 10-13.

Calvano, G. en N. Mirabella (2022) Where to land: embedding European performing arts in the new climate regime. Straatsburg: Chloe Sustainability.

Creative Carbon Scotland (2022) ‘Carbon management update 2021’. Op: www. creativecarbonscotland.com, 23 maart.

Parkes, J. (2022) ‘Stufish creates “world’s largest demountable venue” for ABBA virtual show in London’. Op: www.dezeen.com, 9 juni.

Schrijen, B. en S. Zwart (2022) Duurzaamheid in de culturele sector: editie 2022. Amsterdam: Boekmanstichting en Bureau 8080.

Valensi, S. (et al.) (2021) Décarbonons la culture! Parijs: The Shift Project.

VVD (et al.) (2021) Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst: coalitieakkoord 2021 – 2025 VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Amsterdam: VVD (etc.).

Wiebes, E.D. en F.B.J. Grapperhaus (2019) ‘Klimaatwet’. Op: wetten.overheid.nl. Zoet, J. (2022) Brief Taskforce aan de leden van het kabinet en Tweede Kamer: kostenstijgingen, d.d. 14 september 2022. Amsterdam: Kunsten ’92.

Noten

1 www.rijksmuseum.nl/nl/over-ons/wat-wedoen/duurzaamheid

2 www.raadvoorcultuur.nl/actueel/ nieuws/2022/10/05/verduurzamingcultuursector-structureel-op-agenda

3 Forum Where to Land, Maillon Théâtre Straatsburg, 5 en 6 oktober 2022, www.maillon.eu/spectacle/987/forumeuropeen-where-to-land-embeddingeuropean-performing-arts-in-the-newclimate-regime.

4 ghgprotocol.org

Medeoprichter van Bureau 8080 en werkt sinds 2017 aan de transitie naar een klimaatpositieve cultuursector

luisi@greenevents.nl